Eerder schreef ik hier over hoe de grote politie laarzen tussen onze lego trein moesten manoeuvreren. Ik ben altijd al omringt geweest door politie, vader, oom, nichtje en nu zie ik steeds meer twitterende buurtagenten in mijn timeline, dus daar voelt deze politiedochter zich wel prettig bij.
Ooit heb ik zelf kort overwogen om bij de politie te gaan, helikopter piloot te worden, verloskundige, maar ik belandde op de HBO-V en werd uiteindelijk verpleegkundige. De eerste jaren ging ik als wijkverpleegkundige al broesen’d aan de slag in zo’n witte Fiat Panda. Na jaren omzwerven kwam, ik uiteindelijk als medisch secretaresse op het brandwondencentrum in Groningen terecht, een allround uitdagende functie waar ik me in uit kan leven. Er zijn maar drie brandwondencentra, dus maar een aantal van soortgelijke functies in Nederland en daarvan vervul ik er één, trots. Kortom de tijd brengt je soms gewoon ergens, want ik beken, ook ik had zo’n 12.5 half jaar geleden nog nooit eerder van het brandwondencentrum in het Martini Ziekenhuis in Groningen gehoord.
Maar ik dwaal af, ik begon over die grote zwarte politie laarzen. Afgelopen zaterdag ontmoette ik een twitterende buurtagent op de 050aftertweet, we kregen het over wanneer ben je beledigd als agent. Als een dronken man, klootzak tegen je zegt?
Ik moest daardoor denken aan toen ik klein was. We woonden in de dienstwoning naast het politieburo. Twee dagen nadat we verhuist waren werd er een steen door de ramen gekinkeld, een warm welkom voor de nieuwe politieman. Mijn vader bedacht zich niet, pakje een krat bier en zette deze in de tuin. Met een bordje erbij, “kom de volgende keer gewoon een biertje drinken.” Mijn vader heeft vervolgens 6 jaar het zeer naar zijn zin gehad in het dorp waar we toen woonden. Hij werd alom gerespecteerd, bijna alles werd pratend zonder bon opgelost. Want ze kende hem, ze wisten hoever ze konden gaan. De grens was bereikt als mijn vader zijn bril afzette, waar hij altijd erg zuinig op was, dan wist men nu rennen, want nu ben ik over de grens gegaan. In het ergste geval kwamen ze dan even afkoelen in de politiecel, waar ze vervolgens een warm bord eten kregen. Ze aten toevallig altijd hetzelfde als wij.
Leuk om te lezen. Sluit aan bij ons gesprek
geweldig!
Dag Bianca, wat ontroerend om te lezen; ontroerend, omdat ook ik een politiedochter ben en ALLES wat je schrijft herkent, zelfs de pet! Ook mijn vader zat bij de Rijkspoitie, wachtmeester 1e klas en moest druk studeren voor zijn Politie-B-diploma. Veel van mijn familie is/was ongeveer bij de politie (vader, opa, neef).
Ik ben een jaartje eerder geboren dan jij (1970). Groeide op in een dorp in West-Friesland (tussen Hoorn en Enkhuizen) in een van de twee dienstwoningen naast het politiebureau mét 2 cellen. Mijn moeder heeft menigmaal een bedankkaartje gekregen ‘voor de goede zorgen’, als iemand zijn roes had uit moeten slapen in de cel. Ze kookte goed, die moeder van mij! Dat van die bril was ook héél herkenbaar; mijn vader had een zonnebril, zo’n pilotenbril, maar owee als hij die af zette! Precies wat jij schrijft!
Dat politiedochter zijn, dat gaat er nooit meer uit. Het heeft me gevormd, gelukkig eigenlijk. Lastig vond ik het ook wel soms, als tiener. Altijd zorgen dat je fietslamp het doet (en aan staat), anders kreeg ik commentaar van mijn vader. Niet heel erg of zo, maar wel even een opmerking.
Leuk, die herinneringen. GSA, KSA, OSA en altijd dat ‘ongeval met dodelijke afloop’. Beroepsjargon. De gummiknuppel (vooral die oude, flexibele), uren politietje mee gespeeld. En elke bezoeker werd door mijn broertje en mij vakkundig in de boeien geslagen. Mocht niet van mijn vader, maar ja….? Hadden jullie ook zo’n grote grijze telefoon thuis die in verbinding stond met het bureau? Met van die grote vierkante knoppen erop met N1, N2, etc.? Kon je mensen aan elkaar doorverbinden. Reuze interessant vond ik dat! En met het carbonpapier waarmee mijn vader proces verbalen uittypte op een gewone typemachine, tekende ik hele Donald Duck’s vakkundig over om ze later zelf in te kleuren!
En dan die uniformen. Je had die met de rechte pijp en zwarte band met schoenen, maar ook die rijbroek met lange leren laarzen. Die vond ik het mooist. Mijn vader had zo’n houten krukje om zijn laarzen uit te trekken, anders lukte dat nevernooit. Had jouw pa die ook? En dan het uniformjasje met ceintuur. Briljant. Gaat nu geen vent meer in lopen! Maar ik vond het prachtig als kind. En als het dan heel, heel, heel koud was, deed mijn vader (zo niet-stoer vond ik dat) een grote maat maillot onder zijn broek. Bijvoorbeeld als hij wist dat hij ergens lange tijd verkeer moest regelen in de winter.
Er waren soms kinderen die mij pesten, als ik onderweg naar huis was en langs een andere school
Nou, leuk om zo eens herinneringen op te halen. Ik was ze me eigenlijk niet echt meer bewust. Superleuk dit.
Veel plezier met je blog! Groetjes! J.
Wat leuk te lezen! Inderdaad Herkenbaar!
Wat is dit een prachtig verhaal. Ik ben niet de vader van deze schrijfster/schrijver maar ben als wachtmeester der rijkspolitie wel in 1970 begonnen. Dus heb eigenlijk dit verhaal beleefd. Prachtig!