Home

Soms wil je even stil zijn, gewoon even niets zeggen.
Terwijl de onmacht schreeuwt…

Soms wil je van de daken schreeuwen. Even heel hard stampen. Terwijl de stilte doorklinkt.

Stil voor altijd…
Soms onvermijdbaar, helaas.
Maar door toedoen van een ander, zinloos en nooit te accepteren.

Een week waarin ik zoek naar de juiste toon, de juiste woorden, een punt op de juiste plaats.
Vandaag niet langs de lijn.

Al heel lang stem ik iedere zaterdag in het seizoen af met op twitter met @mrvanbalken en @francishartog. Het begon als een tweet met een knipoog “@BiancaHabing Sterkte!!! (this is an automatic generated message by the support group for parents of early-saturdaymorning-sports-children)”.

Drie ouders die werken in een ziekenhuis en net als vele anderen ook op zaterdag vroeg op staan om trots langs de lijn staan. Je kind die een prachtige voorzet geeft, je kind die wint of verliest met zijn of haar team. Teleurstelling, frustratie en vreugde liggen dichtbij elkaar. Sport, er is geen mooiere manier om hier mee om te leren gaan

Grenzen we hebben ze zo ontzettend nodig bij het opgroeien.
Maar tegelijkertijd zorgen ze in een andere betekenis ook weer voor zoveel leed.

Een man voor altijd stil omdat hij een grens trok langs de lijn.
Zoveel mensen stil voor altijd omdat ze wonen binnen de grens van land waar geweld aan de orde van de dag is.

Grenzeloos…
Waar gaat het mis?
Waren we te lang stil?

Niks zeggen onder druk van de groep? Niks doen uit angst, uit angst voor de reactie of mening van een ander? Of juist iets doen om aanzien te krijgen in een groep? Of zijn wij het die het verkeerde voorbeeld geven?

De maatschappij dat zijn niet zij maar dat zijn wij. We kijken vaak snel naar de ander en niet naar onszelf. Ik herinner me momenten dat ik niets zei maar het wel had moeten doen.
In een bus, op straat, op het veld. Een moeder die schreeuwt naar haar zoontje: ” je laat je toch niet verslaan door een meisje”. Waarop de jongen even later een overtreding begin. Die moeder had een rode kaart moeten krijgen…. Ik had iets moeten zeggen, toen.

Volgende week staan we er weer, zij in het veld, haar vader als leider van de C’s die gewoon een potje voetballen. Een andere vader met de vlag in de hand en ik langs de lijn.

Soms wil je helemaal niet stil zijn.