De schoenen die er nog staan, de jas die er nog hangt, de geur die er nog is. Slechts één bord op tafel. Iemand gewoon verschrikkelijk missen. Voor ons gaat het leven door, maar voor degene die alleen in huis achterblijft, is het missen in alles aanwezig. Iedere uur, iedere minuut.
Van die dingen die je nog zo graag wil vragen. Maar de antwoorden komen niet meer. Het worden vragen aan mezelf. “Wat zou hij daarvan gedacht hebben?”. Misschien weet ik de antwoorden wel gewoon. Maar het voelde zo verdomde fijn als ze tegen je gezegd werden.
Machteloos omdat je niks anders kunt doen dan er te zijn. Samen lachen en huilen om dingen doe je vind. Eenvoudig geschreven verfrommelde briefjes zijn ineens van onschatbare waarde.
Ineens blijkt het leven in het nu, zoals ze deden wellicht het belangrijkste wat ze me lieten zien. Aan mij de taak om daar vandaag nog mee te beginnen en het geduld te hebben de tijd zijn kostbare werk te laten doen. Dus geen grote doelen meer neerleggen op de horizon, want die verstoren het uitzicht alleen maar.