Home

Zo´n gedachte  in je hoofd die maar aan beetje suf aan het joggen is. Je weet wel zo´n opbouwschema. Eerst alleen lopen, stukje hardlopen, uitlopen en langzamerhand opvoeren. Maar het wil maar niet komen tot een goede tijd. Alsof het wacht op een sein wanneer het de longen uit het lijf mag lopen. Wanneer moet je beginnen te sprinten en wanneer inhouden? Een race moet je opbouwen, nadenken over tactiek, wie zijn je tegenstanders, wat is het weer etc.

Met enige regelmaat borrelt er een idee omhoog, maar meestal gaan deze hersenspinsels verloren door mijn altijd driedubbel nadenkende brein, ook al is die blond. De bekende “ja maren” en de “wat alsen”? Ik kan toch niet zomaar, dat is te duur, daar heb ik geen tijd voor, waar begin ik. Kortom door de bekende beren op de weg loopt menig idee van mij zich kapot de berg op. Uitgeput en uiteindelijk inspiratieloos laten ze zich halverwege weer naar beneden zakken. Soms doen ze opnieuw een poging, dat zijn van die doorzetters, zo’n vastbijter. Een dergelijk idee borrelt nu ook rond in mijn hoofd, maar hoe maak je het concreet. Wanneer zet je door, wanneer deel je een gedachte, wanneer hou je het voor jezelf?

Zijn het echte beren die ik vaak op de weg zie om ideeën tegen te houden. Of verdwijnen ze in de die gemiddeld 70 000 gedachtes die we als mens hebben op dag. Of bedenk ik die beren ook zelf? Zodat ik een excuus heb om er niets mee te hoeven doen? Want soms is dat de makkelijkste weg, maar is het de juiste?