Uiteraard is vakantie is dit jaar anders dan anders. Daardoor ben ik misschien wel extra bewust van iedere minuut die ik aan het strand ben. We gaan ook korter dan normaal. Voor het geval dat, wil ik nog 14 dagen thuis in quarantaine kunnen. Maar gelukkig zijn de cijfers laag in het gebied waar we zijn, vergelijkbaar met thuis.
Vandaag de laatste dag, dus iedere minuut die ik kan wroet ik nog in het zand en ben ik meer dan normaal in zee te vinden. Geen idee of hier volgend jaar weer kan zijn.
Ik tuur naar de horizon en Ik zie een bijzondere soort wolk boven zee hangen, wat gek denk ik, het lijkt wel een tweede horizon. Ik schenk er daarna geen aandacht meer aan en ga nog even wroeten in het zand.
Even verderop staat een groepje Fransen druk te praten en het lijkt of ze ook wijzen naar de wolk, in de vorm van een muur. Ik vang wat woorden op en gooi ze in Google translate: Zee en Vlam. Dat heb ik vast verkeerd verstaan. Of wijzen ze naar een ‘knappe vlam’, die als een ware God uit zee stapt. Beetje lang haar, mooi zongebruind, sixpack? Ik tuur de waterlijn af, maar ik zie nergens een jongen of man die aan deze omschrijving van ‘vlam’ doet denken. De jongens van de reddingsbrigade zijn ook niet in de buurt dus die bedoelen ze ook niet. Enfin ik zal het wel verkeerd verstaan hebben.
Even later, binnen een paar seconden is ‘de wolk’ ineens dichtbij en rolt het strand op. We zitten volledig in zeer dichte mist. De reddingsbrigade begint acuut te toeteren, de toren van de reddingsbrigade is ook niet meer zichtbaar. We zijn vol geraakt door een zeevlam. Dat hoorde ik later van mijn moeder, die als voormalig badjuf, alles weet van verschijnselen rondom zwemwater. “Oef je zal nu maar een eindje in zee zijn gaan zwemmen”, denk ik. Ik tuur over het water of ik ook mensen zie die in de problemen zijn gekomen, maar er is nauwelijks zicht.
Dan opeens lijkt het alsof ik motorgeronk hoor en HUH, zie ik dat goed? Niet veel later verschijnt er inderdaad een jacht. De mensen op de boot kijken met dezelfde verbazing naar ons en schrikken zich rot. Het roer gaat om en ze toeteren als een idioot om iedereen te waarschuwen. Nog net op tijd kan de boot een bocht maken, ze waren echt bijna het strand op gevaren.
Meestal trekt de mist ook wel snel weer weg, nu lijkt dat ook zo. De vlag van de reddingsbrigade is weer zichtbaar, van oranje naar rood. Je mag de zee niet meer in. We besluiten naar de camping te gaan om alvast te gaan inpakken voor de terugreis. Dezelfde avond hebben we nog meerdere malen te maken met nieuwe zeevlammen, tot op de camping. Even denk ik dat het zelfs regent, maar het condens vanaf de bomen. Alles is klam en vochtig, altijd fijn met inpakken, de tent is domweg nat. Nou ja deze keer is de tent niet nat geregend op de laatste dag 😉 De zeevlam is een teken denk ik, tijd om weer aan het werk te gaan.
N.B, Dit is vakantieblog deel 5 deze blog is getikt op mijn telefoon, dus vergeef me de tik en andere foutjes.