Daar zit ik dan, onderuitgezakt bij de tent met een kopje koffie, genietend van een heerlijke ochtend. Het zonnetje prikt net door de bomen en ik hoor een auto aankomen. Nieuwsgierig kijk ik op. Aha, de nieuwe buren arriveren! Een auto met caravan nadert… en nadert… en nadert. Jezus, die caravan is wel tien meter lang!
Hoe denkt die knakker dit gevaarte op zo’n klein plekje te proppen? Ik zet me schrap, klaar om in te grijpen voordat onze auto aan gort wordt gereden.
Na anderhalf uur van zweet, tranen en een paar Duitse vloeken, is het de man gelukt. Met een mover en een joystick heeft hij zestienduizend keer heen en weer gemanoeuvreerd en daar staan ze dan, op hun felbegeerde plekje. Maar nu de kers op de taart: die enorme auto die ze rijden moet er ook nog bij. Op het dak staan vier fietsen die de Tour de France niet zouden misstaan. Het eindresultaat? Een gezin van vier dat nog precies één vierkante meter over heeft om buiten te zitten, haha. Maar waarom? Wat moet je met zo’n monster van een caravan in dit klimaat en op deze camping? Misschien ligt het aan mij, maar het lijkt me allemaal wat overdreven, ik vind het niet vreemd, maar wel bijzonder ;-).
Het wordt sowieso een uitdaging om als eenvoudige tent- of vouwwagenkampeerder nog een plekje te vinden. Ik zie het overal gebeuren, en ook hier op onze geliefde camping, waar we al twintig jaar komen. Er zijn steeds minder traditionele kampeerplekken over. Chalets en glamping-villa’s rukken op als mieren op dat ene verdwaalde suikerklontje wat ik per ongeluk liet vallen, haha.
Dit jaar is de transformatie wel heel drastisch: zeker een vijfde van de oude camping is omgetoverd tot een Glamping met vakantievilla’s, inclusief jacuzzi’s. Mooi is het zeker, de aankleding hebben ze fantastisch gedaan, maar uiteindelijk zijn het gewoon luxe caravans met een airco.
Zijn we met z’n allen een beetje verwend geraakt? Iedereen wil dat kleine stukje paradijs, het liefst zo ver mogelijk weg van het massa-toerisme, lekker tussen de locals. Maar dan wél met alle luxe voorzieningen van een vijfsterrenhotel. Niet echt realistisch toch? Laten we eerlijk zijn, we moeten terug naar de basis. Kleiner, kleiner, kleinst—wat heb je eigenlijk écht nodig? Als je aan het strand staat, zoals wij, wat mis je dan nog?
En toch, gek genoeg, is het strand ‘s ochtends en ‘s avonds bijna verlaten. Iedereen zit opgepropt bij elkaar bij de animatie, op zo’n onhandige harde bistro stoel te ‘genieten’ van een weer een ‘exceptionnel-spectaculaire 😉 show met een tropisch drankje van 9,50 euro, opgeleukt met een bloemetje. Maar serieus, wat is er nou mooier dan de avond doorbrengen op het strand? Of gezellig een spelletje voor je kneuterige tentje.
De volgende morgen word ik vroeg wakker—en wat hoor ik? Jawohl, onze buurman is alweer bezig met zijn gigantische caravan aan het moven! Echt unglaublich! Lang verhaal kort: het hele straatje staat om 07:00 uur al op de stoep, in ochtendjas en met Kaffee in de hand. De helft moet zelfs de auto wegzetten omdat de buren na één nacht alweer verplaatsen. Blijkbaar was die ene vierkante meter zitruimte toch niet zo gemütlich als gedacht, haha
Overigens weet ik wat ik wil doen in de herfst van mijn carrière. Oké, het duurt nog even, maar ik had ooit gedacht dat ik dan professioneel grasmaaier zou worden. Er is echter iets nóg beters: strand-vlak-maker! Wat kan er mooier zijn dan vroeg in de ochtend kilometers lang over het strand te rijden in je trekkertje? Ik heb alvast een open sollicitatie gestuurd voor over 15 jaar. Fingers crossed ;-).
Nb Dit is vakantieblog 2024 nr 6 en is op mijn telefoon getikt. Vergeef me eventuele tik en andere foutjes.