Home

Om maar weer met Jochem Myjer zijn uitspraak te beginnen: “Weet je wat jij moet doen? Lekker gaan… fietsen, lekker ontspannen.”
Het was natuurlijk niet de bedoeling dat de halve wereld daar gehoor aan zou geven. Na de terror oehoe, is er nu de terror recreant in Drenthe. Ik maak me echt zorgen om deze ontwikkeling, de fietswereld staat op zijn kop.

Ik fiets nog moar net ’t dorp oet en ik moet al stief kniep’n in de remmen. Verkeer met uitstekende vracht. Hij ’n geruite korte broek in blauwgrijs tinten met bijpassende polo die zij ongetwijfeld klaar heeft gelegd voor deze Arend Jan, Frederik Willem, Pieter Karel of welke andere dubbele naam dit zacht gekookte ei ook heeft. Zij in roze vestje met kaki rokje en bijpassende geruite en gebloemde fietstassen waarop zij haar lippenstift uiteraard ook heeft afgestemd. Hij dezelfde fietstas maar dan in blauwgrijs geruit dessin. Natuurlijk fietsen ze op terror fietsen ( zoals ik deze elektrische tweewielers noem). Zij had bedacht dat het leuk was om stoelen mee te nemen, gezellig onderweg even ergens koffiedrinken, gezien de thermoskan in haar fietsentas. “Maar schat dat lukt toch niet”, had hij nog tegenstribbelend geprobeerd. “Die kun je toch wel op de pakjesdrager binden met zo’n touw, je weet wel. (Dat heet een spin muts…) Zo gezegd, zo gedaan en vervolgens moest ik vol in de ankers om deze levensgevaarlijke voertuigen te passeren. Ooit een auto gezien met uitstekende vracht van 1 meter aan beide zijden? Als het al mag moet je extra spiegels, dat was voor hem ook geen overbodige luxe geweest en dan had ik geen levensgevaarlijke capriolen in de berm naast het fietspad hoeven uithalen. Acuut de neiging om te stoppen, terug te fietsen, er wederom langs en intussen de accu van de fiets trekken. Kijken of het dan nog zo gezellig recreëren is in liefelijk Drenthe.

Een paar honderd meter is mijn hartslag weer gedaald en spreek ik mezelf toe me niet zo te ergeren. Het fietspad is tenslotte van iedereen. Dus verlaat ik snel het pad om het bos in te gaan. Verweg van de Henk en Elsen, Jan en Mienen. Maar tot mij grote schrik kan het nog erger, wandelaars, aaarrgghh een heel gezin. Nu nog vrolijk, de kinderen verheugen zich op de bestemming. Met grote ogen hadden ze geluisterd naar hun vader die vertelde dat ze naar een heus hunebed zouden gaan. De stakkers denk ik, straks staan ze volledig gedesillusioneerd naar ’n bult stenen te kiek’n. De kloof tussen hen en hun ouders is dan definitief geslagen.

Maar terwijl ik stevig doortrap komt er uiteindelijk toch rust in mijn hoofd. Ik merk hoe moe mijn lijf is, mijn benen niet doen wat ik wil wat ze doen, de kop is inderdaad leeg na de vakantie maar mijn energie level ook. Het is echt waar, rust roest. Terwijl ik voor mijn doen een topprestatie aan het leveren ben hoor ik ineens wild gebrul achter me. Het zijn overmatig testosteron producerende mannen die aan het jagen zijn op de fiets. Ze zien mij natuurlijk als een makkelijke prooi. Een zielig hertje die niet mee kan komen. Nou wacht maar tot ik groot ben en mijn gewei groot en sterk is. Nu moet ik nog lijdzaam toezien hoe zij wel met ’t grootste gemak de zandbult opklimm’n en ik van de fiets af moet om naar boven te klunn’n.

Overigens tip voor de vrouwen, als je man zegt dat hij gaat fietsen in de buurt van Gasselte. Grote kans dat het grootspraak is en hij gewoon lui op het terras zit bij café de Kruimel met koffie en appelgebak. “Maar hij had zweet op het voorhoofd”, hoor ik jullie denken. Niks zweet, gewoon wat wotter oet de fles om de kop en maar weer zemelen dat hij weer zo heerlijk gefietst heeft met zijn maten.

IMG_7882-4.JPG