Home

Als alles eenmaal gepakt is en de verwachtingen tot het minimum zijn bijgesteld om teleurstellingen te voorkomen, kunnen we bijna gaan rijden. Oh wacht, nog even de DVD’s, IPads, telefoons, opladers, zorgpassen, reserveringen, paspoorten en rijbewijzen pakken. Ook nog even mijn kleine tasje pakken om de belangrijkste dingen bij me te kunnen dragen. Nog even snel de EHBO tas weer uit de auto, stel dat ik onderweg hoofdpijn krijg of een niesbui. Toch handiger om even de paracetamol voor het grijpen te hebben. Oh wacht doe ook nog maar even de reisziekte tabletjes, een pleister, ook dat zuignapding voor het geval we geprikt worden door een wesp op de parkeerplaats. Maar uiteindelijk vertrekken we dan toch als ik met veel moeite mijn benen weet te persen tussen alle zooi die ik meen bijdehand te moeten hebben. Oja, ook de bijdehandjes en afvalzakjes nog pakken. Ik hoor u denken: ‘Dan stop je onderweg toch even als je iets nodig hebt uit de kofferbak?’

Stoppen? Daarmee win je de race toch niet? Hoezo stoppen? Ik ga alleen voor noodzakelijke pitstops, maar ook dan gaat het om het neerzetten van een strakke tijd. Wie mijn vakantieblogs eerder heeft gelezen weet wel ongeveer wat er komen gaat, voor mij begint de vakantie niet op het moment dat ik wegrij. Dan begint voor mij de race met maar één doel, dat is allemaal heelhuids aankomen op de vakantiebestemming. Je kent het wel, strand, zee, blauwe lucht en wuivende palmen. Volgens de folder zou ik volledige moeten kunnen on-stressen. Haha dan kennen ze dit Drentse blonde wicht nog niet. Geloof me ik vind altijd wel iets om bloed chagreinig van te worden, ook in een tropisch oord. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik de receptioniste over de balie wil trekken bij aankomst. Na 1400 km jakkeren op de route soleil heb ik doorgaans geen lontje mee. De overgang van gevroren uit de auto door de airco naar standje sauna levert doorgaans niet mijn meest begripvolle bui op.

Maar dit jaar gaat het anders neem ik me voor, ik ben de rust zelve als we mooi Drenthe uitrijden. Gewoon niet ergeren aan die treuzelende picknickende gezinnen op de parkeerplaatsen. Maar toch, ik begrijp het niet. Waarom ga je al dat fijnstof zitten happen op zo’n godsgloeiende-hete-parkeerplaats? Dat je daar überhaupt kunt ontspannen. Ik waak daar altijd als een ware leeuwin over mijn kroost. Volgens mij spuwen mijn ogen vuur aan de verschrikte reactie te zien van de allervriendelijkst kassier de me een ‘Bon Jour’ wenst. Stomme muts ben ik ook! Natuurlijk bestaat niet de hele wereld uit overvallers, zakkenrollers en nep agenten die de route soleil schijnen te teisteren.

Ik besluit me niet meer te laten opfokken. Ik zwaai uiterst vriendelijk met mijn duim omhoog naar de chauffeur van de vrachtwagen waar ik net een kwartier heb achter gehangen Je kent het wel, zo’n inhaalmanoeuvre omdat twee mannen aan het kijken zijn wie de langste heeft. Nou hij had gewonnen, 1 km langer. Eehhh bedoel sneller dan de ander, chapeau! Dus breed glimlachend rij ik door, het zonnetje wacht immers op me.

Hmmm het lijkt wel bewolkt te worden? Het zal toch niet? Net als we de tent aan het opzetten zijn, drup drup. Dan begint ’t ook nog te donderen en het komt niet uit de lucht:’ godsgloeiende, moppertgrommm, broes ik daarvoor 1400 km….’

Eerst maar even naar zee lopen, dan zakt de bloeddruk wel weer.
Heerlijk vakantie.

Nb Vakantie blog deel 3. Deze blog is getikt op mijn telefoon, dus vergeef me de tik- en andere foutjes.

Deel 2 Inpakstress

Inpakstress


Deel 1 Vakantie crisis

Vakantie crisis