Home

Eindelijk thoes na de vakantie en als je denkt dat je alles hebt gehad na zowel De Route Soleil zuid- als noordwaarts te hebben overleefd begint het pas, de zooi weer oetpakken en schoonmaken.

Na 30 uur te hebben doorgebracht in de auto is een flinke poetsbeurt zowel van binnen als buiten geen overbodige luxe. Dus ik spreek mezelf bemoedigd toe en begin weer aan de jaarlijkse, day after holiday, klus. Een uur lang als een slangenmens door de auto kroepen gewapend met een levensgevaarlijke zuigende slang soort. Altijd, echt altijd zuig ik wel iets op wat nou net niet de bedoeling was. Mijn iPhone oortjes bijvoorbeeld die ik halverwege de reis was kwijtgemaakt.

Nondejugrom#% met groot chagrijn maak ik de stofzuiger open in een poging om het oortje uit de vieze stofzak te vissen. Met een saté prikker probeer ik het snoertje uit het stof te frunniken. Ik besluit zuchtend op te geven en mezelf een nieuwe kado te doen.

Vervolgens stap ik de bijkeuken in en zakt de moed me in de schoenen, de zooi die ik uit de auto had gehaald ligt daar natuurlijk nog en moet nog beginnen aan de schoonmaakreis. Wassen, boenen, schrobben, afnemen, luchten, drogen, opvouwen om vervolgens op zolder te worden gepleurd.

Onder het dekbed liggen we gewoon het hele jaar onze huidschilfers te verliezen maar de slaapzaken worden na 3 weken flink met de mattenklopper te grazen genomen alsnog er jaren onder gelegen is. Al mijn energie door al het kampeergedoe mep ik er dan ook zeer voldaan uit. Al lagen we alleen maar onder een lakentje en waren ze mee voor de vorm, eerst wassen, op de lijn en dan pas op zolder om daarmee de bekende muffe hutt’nlucht te voorkomen die er toch wel weer inkruipt na jaar op zolder.

En dan moet de vouwwagen ook nog hè. Voorwaarde is mooi drogend weer. Zodra dat aanbreekt als de sodemieter die kar weer openklappen met de warme verwelkomende geur van grondzeil en klef tentdoek (van de regen op de laatste dag). Ik vraag nu al patent aan voor de zichzelf volledige drogende en reinigende tent. Belachelijk dat die nog niet te koop is eigenlijk. We kunnen notabene naar de maan vliegen maar een tent met flappen die altijd schoolblijven is niet te koop.

Ook kom ik langzaam tot het besef dat de koelkast leeg is, brood moet worden gehaald. Ik zie dat de spinnegies, als welkom thoes overal spinnenwebben hebben opgehangen. Buiten doet het onkruid in de tuin zijn best om me bij de keel te grijpen. Terwijl de lellebellen van libellen quasi vrolijk rondvliegen alsof er geen werk op wereld is. Ook wacht het werk wacht op me, mijn keurig opgeruimde mailbox die ik vol overgave zo netjes had geleegd voor de vakantie is vast alweer bomvol. En als klap op de vuurpijl past mijn lieveling spijkerbroek niet meer door al dat stokbrood en de croissantjes.

Verheug me nu al op volgend jaar, weer vakantie 🙂

Deel 8 en slot van de camping blog

IMG_7872-1.PNG