Home

Het geluid van motoren doet mij onmiddellijk terugdenken aan mijn jeugd. Als Drents wicht komen de herinneringen weer boven zodra de eerste motorrijders weer langs broes’n op weg naar Assen. Ik ging een keer samen met mijn oma en zus naar de TT. Later keken we vanaf haar balkon naar de “wheelys die getrokken werden” op de Kolk. Mijn vader moest altijd aan het werk, meestal stond hij ingeroosterd op de TT camping in Witten. Daar was nog al eens “houwerij”, dus daar werden vaak de iets meer ervaren en kalme agenten ingezet.

Hun taak bij een opstandje was “de angel” eruit halen, gewoon eem oploss’n, zodat de overgrote meerderheid gewoon gezellig kon feesten. De TT nacht, daar keek ik mijn ogen uit. Die stoere leren pakken zagen er zo indrukwekkend uit. Soms ineens heftige rook, “oei brand”, dacht ik dan. Later zag ik dat iemand op een knalgroen scheurijzer slechts zijn achterbrand eem opbrandde. De geur van benzine, bier en broodjes hamburger. Het geluid Herman Brood met zijn Wild Romance vanaf het podium in het centrum, ronkende motoren, het hoort bij mijn beeld van TT.

Na afloop van de TT zaten we altijd langs de route. Campingstoeltjes mee, koelbox gevuld en maar zwaaien naar de motorrijders. Geweldig als één van hen een wheely maakte of een extra rondje op de rotonde deed. Met vaak alleen een t-shirtje aan, ik had toen natuurlijk nog geen idee, dat als het mis ging, die motorrijder met schaafwonden op de  rug ook gewoon op het brandwondencentrum terecht kwam. En ook al die motorrijders die overmoedig in korte broek de gashendel iets te enthousiast open scheurde.

Later was het gebeurd met de “wheelys trekken”, strenge boetes volgde, op zich een goede zaak natuurlijk om gevaarlijk gedrag te ontmoedigen. Ook de regels langs het circuit veranderde. Eerder zat je met gevulde koelbox te genieten op de tribune, je mistte niks. Nu moet je voor ieder glas drinken, braadworst of hamburger, de tribune verlaten en is het een hele financiële onderneming zo’n dagje TT. Maar ja, een beetje stimulering van onze economie kan ook geen kwaad.

Toen kwam de dag dat mijn vriendje een motor kocht. Dus ’t wicht achterop. Ik dacht bij de eerste bocht, “tegenhang’n anders vlieg’n we de bocht uut”. Als snel begreep ik dat dit niet helemaal de bedoeling was. Ik moest mee met de lijn van de bocht. Man, wat leek dat altijd simpel, maar wat was dat moeilijk. Die zijspanrace had ook altijd iets magisch. Steuer ant roer en zijn bakkenist Schnieders licht schurend over het asfalt. Geloof me, die moeders hebben wat verstelwerk verricht aan die pakken.

Het was dus wellicht geen toeval dat Roelof Thijs destijds zijn motorzaak is begonnen in de voormalige winkel van mijn opa en oma. Motoren, ik heb er een haat/liefde verhouding mee denk ik. Ik zie nog steeds het gevaar, maar zo prachtig om te horen en te zien, dat scheurn op 2 wielen, oftwel duobroesn.

 

Toen ik een paar jaar geleden, vanuit mijn werk op het brandwondencentrum in Groningen een keer echter de schermen mocht kijken bij de medische post en de hulpdiensten, hoefde ik dan ook niet lang na te denken, geweldig om daar te mogen rondkiek’n. Succes aan alle hulpdiensten en iedereen achter de schermen en lieve motorrijders, ga neit mit ’n korte boks op de motor, oké?

Brandweer TT